1 Save me, O God, by thy name,
And judge me in thy might.
2 Hear my prayer, O God;
Give ear to the words of my mouth.
3 For strangers are risen up against me,
And violent men have sought after my soul:
They have not set God before them. [Selah
4 Behold, God is my helper:
The Lord is of them that uphold my soul.
5 He will requite the evil unto mine enemies:
Destroy thou them in thy truth.
6 With a freewill-offering will I sacrifice unto thee:
I will give thanks unto thy name, O Jehovah, for it is good.
7 For he hath delivered me out of all trouble;
And mine eye hath seen my desire upon mine enemies.
1 Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth;
2 Als de Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden: Verbergt zich David niet bij ons?
3 O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht.
4 O God! hoor mijn gebed; neig de oren tot de redenen mijns monds.
5 Want vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela.
6 Ziet, God is mij een Helper; de Heere is onder degenen, die mijn ziel ondersteunen.
7 Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid. [ (Psalms 54:8) Ik zal U met vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, want Hij is goed. ] [ (Psalms 54:9) Want Hij heeft mij gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op mijn vijanden. ]