3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israel, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis.

3 Speak ye unto all the congregation of Israel, saying, In the tenth day of this month they shall take to them every man a lamb, according to their fathers’ houses, a lamb for a household: