25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
25 Jėzus jai tarė: "Aš esu prisikėlimas ir gyvenimas. Kas tiki mane, nors ir mirtų, bus gyvas.
25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
25 Jėzus jai tarė: "Aš esu prisikėlimas ir gyvenimas. Kas tiki mane, nors ir mirtų, bus gyvas.