1 Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.
2 Heft uw handen op naar het heiligdom, en looft den HEERE.
3 De HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
1 Laiminkite Viešpatį, visi Viešpaties tarnai, kurie Jo namuose naktimis budite.
2 Tieskite savo rankas į Jo šventyklą ir laiminkite Viešpatį.
3 Tegul iš Siono tave laimina Dievas, kuris sutvėrė dangų ir žemę.