5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
5 Kahore, i werohia ia mo o tatou he, i kurua mo o tatou kino: nona te whiunga i mau ai to tatou rongo, kei ona karawarawa hoki he rongoa mo tatou.