7 Als dezelve geeist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.
7 I tukinotia ia, i whakawhiua; heoi kihai i kuihi tona mangai: ano he reme i arahina ia kia patua, me te hipi hoki i te aroaro o ona kaikutikuti e wahangu ana, kihai i kuihi tona waha.