19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
19 Na reira haere, meinga hei akonga nga iwi katoa, iriiria i runga i te ingoa o te Matua, o te Tama, o te Wairua tapu: