1 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden.

2 Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig.

3 Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden,

4 Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods;

5 Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen.

1 Sabe, porém, isto, que nos últimos dias virão tempos difíceis;

2 pois os homens serão amantes de si mesmos, avarentos, pretenciosos, soberbos, maldizentes, desobedientes a seus pais, ingratos, ímpios,

3 sem afeição natural, implacáveis, caluniadores, incontinentes, cruéis, inimigos do bem,

4 traidores, insolentes, presunçosos, amando mais os prazeres do que a Deus,

5 tendo a aparência de piedade, porém negando o poder dela. Foge também destes homens.