11 Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE! wees mij een Helper.
12 Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord; [ (Psalms 30:13) Opdat mijn eer U psalmzinge, en niet zwijge. HEERE, mijn God! in eeuwigheid zal ik U loven. ]
30 Doch ik ben ellendig en in smart; Uw heil, o God! zette mij in een hoog vertrek.
18 Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
4 Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
4 Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde;
5 Want het wordt geheiligd door het Woord van God, en door het gebed.
15 En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
4 Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!
9 Maar ik zal U offeren met de stem der dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil is des HEEREN.