3 nothing in rivalry or vain-glory, but in humility of mind one another counting more excellent than yourselves --
3 Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.
3 nothing in rivalry or vain-glory, but in humility of mind one another counting more excellent than yourselves --
3 Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.